抖阴社区

                                    

Die avond om elf uur zitten Finn en ik op mijn bed nog een film te kijken.
Ik probeer er gewoon niet meer aan te denken en het gaat aardig goed.
"Zullen we gaan slapen?" vraagt Finn als de film is afgelopen.
Ik knik instemmend.
"Niet erg om op de grond te slapen?" vraag ik.
"Nee hoor."
"Ik heb alleen geen kleding die jij past." zeg ik als ik in de kast kijk.
"Geeft niet, thuis slaap ik meestal ook gewoon in mijn boxer."
In mijn hoofd ontploft er iets.
"O-oké." zeg ik.
Zelf pak ik een joggingbroek en een shirt uit mijn kast en ga de badkamer in.

Als ik me heb omgekleed loop in mijn kamer weer in waar Finn net zijn telefoon weg legt en dan zijn shirt over zijn hoofd uittrekt.
Voor een kort moment gaan mijn ogen over zijn buik en kijken dan snel weg.
Ik voel mijn wangen gloeien.
"Ik ben doodop, ik ga niet eens mijn tanden meer poetsen." zeg ik.
Finn lacht zacht waardoor er op mijn gezicht er ook een lach een ontstaat.
Zijn lach is zo mooi.
Ik kan er wel uren naar kijken.
Naar die van Mae natuurlijk ook.

We liggen al snel in bed en ik druk de lamp uit.
"Weltrusten Finn."
"Weltrusten." zegt hij terug en dan is het stil.
Ik kan niet in slaap komen.
Mijn hoofd tolt van alles.
Mathias zal nog wel lang boos zijn.
En vooral als hij hoort dat Finn is blijven slapen.
Mijn hoofd zegt dat het fout is dat Finn hier is maar mijn hart zegt wat anders.
Ik weet niet waar ik naar moet luisteren.

Na een lange tijd bewegen en draaien worden mijn ogen toch wel erg zwaar.
De ademhaling van Finn is regelmatig geworden wat betekend dat hij slaapt.
Dan vallen mijn ogen ook dicht en val ik in een diepe slaap.

Ik knipper met mijn ogen om te wennen aan het licht dat door mijn raam schijnt.
Langzaam draai ik me om en schik als ik Finn naast me op mijn bed zie zitten.
"Goede morgen." zegt hij met een nog slaperige stem.
Hij heeft zich al aangekleed en zit nu met zijn telefoon op mijn bed.
"Zit je hier al lang?" vraag ik.
Hij schud zijn hoofd.
"Kwartiertje of zo, dat matras ligt niet zo lekker."
"Je had ook hier kunnen gaan liggen." zeg ik en ga rechtop zitten.
Ik wrijf door mijn ogen en kijk dan naar Finns gezicht.
Hij ziet er moe uit maar zijn groene ogen stralen nog altijd.
Ik zie zijn ogen langzaam over mijn gezicht glijden en rusten op mijn lippen.
Snel draai ik mijn hoofd weg, gooi ik mijn benen over de rand van het bed en sta op.
"Honger?" vraag ik snel.
"Beetje." zegt hij.
"Kom dan gaan we ontbijten."

Het eerste wat me opvalt is de lekkere geur die uit de keuken komt.
We lopen erheen en ik zie de tafel vol staan met lekker eten.
"Goede morgen mam." begroet ik mijn moeder.
"Oh goede morgen jongens, ga lekker zitten."
Terwijl ik kijk wat er allemaal op tafel staat schuif ik de stoel naar achteren en ga zitten.
Finn gaat naast me zitten.

Even later hoor ik voetstappen op de trap en komt Max binnen.
"Wat ruikt het hier lekker." zegt hij.
Als hij al het lekkere eten op de tafel ziet staan komt er een glimlach op zijn gezicht.
"Wat ziet dat er lekker uit mam."
Als Max zit gaat mijn moeder ook zitten.
"Eetsmakelijk." zegt ze.
"Eetsmakelijk." zeggen Max, Finn en ik daarna tegelijk.

Na het eten gaat Finn meteen naar huis omdat hij een extra voetbalwedstrijd heeft vandaag, net zoals Mathias.
Ik heb besloten er heen te gaan omdat hij ook kwam naar mijn voorstelling.
En ik ben van plan mijn excuses aan te bieden voor gisteren.
Ik had hem tegen moeten houden.

«»

"Ik ga naar de voetbalwedstrijd." roep ik naar mijn moeder.
"Veel plezier." zegt ze nog terug voordat ik de deur uit loop.
Ik sluit de voordeur en spring op mijn fiets.
Het is best koud buiten, de laatste weken was het zulk mooi weer maar vandaag is het wat afgekoeld.
Natuurlijk was ik zo eigenwijs om geen jas aan te trekken.
Als messen snijt de wind in mijn huid.
Gelukkig zijn de voetbalvelden niet zo heel ver weg en ben ik er al snel.

Ik zet mijn fiets in een rek en loop naar de poort.
Een eindje verderop staat Mathias.
Hij typt geloof ik iets op zijn telefoon.
Net als ik er naartoe wil lopen wordt hij geroepen door zijn coach en loopt weg de kleedkamer in.
Ik schrik van een ping dat uit mijn mobiel komt.
Snel pak ik hem uit mijn zak en open het berichtje.

Mathias: Ik speel op veld 7, als je nog wil komen.

Ik voel me zo schuldig tegenover Mathias.
Ik had naar hem toe moeten gaan en tegen moeten houden.
Langzaamaan komen er steeds meer jongens uit het team van Mathias uit de kleedkamer.
Zal ik naar binnen gaan.
Ik moet met hem praten.
Ik kan er niet tegen dat hij boos op me is.

Voorzichtig klop ik op de deur van de kleedkamer.
"Mathias?" vraag ik.
"Nick?" hoor ik Mathias vragend.
"Ja, mag ik binnenkomen?"
Even is het stil.
"Ja, kom maar." zegt hij dan eindelijk.
Ik open de deur en glip naar binnen.
Mathias zit op precies dezelfde plek als waar ik de wond van Finn had schoongemaakt.
Als hij zijn shirt over zijn hoofd uit trekt verstijf ik even.
Mijn ogen scannen zijn buik.
Bijna net zo gespierd als die van Finn.
Waarom kijk ik daar überhaupt naar.
Nick. Focus.

"Het spijt me." begin ik. "Ik had je niet zomaar weg mogen laten gaan."
Als Mathias zijn voetbalshirt heeft aangedaan kijkt hij naar me op.
Een kleine zucht verlaat zijn mond.
"Heb.. heb je nog iets leuks gedaan nadat ik weg ging?" vraagt hij dan.
"Finn bleef slapen..." zeg ik heel zacht.
"Finn bleef slapen?" vraagt hij verbaasd en trekt zijn wenkbrauwen omhoog.
"Het, het was zomaar uit het niets mijn moeder begon aan te dringen en-" midden in mijn zin word ik afgekapt.
"Je blijft het maar doen hè? Steeds ga je weer naar Finn. Ik was toch verdomme je beste vriend?" hij klinkt boos nu.
"Mathias ik.."
"Wat?" roept hij.
"Ik weet het niet." zeg ik zacht en laat mijn ogen vallen.
Mathias loopt boos langs me heen maar ik pak zijn arm.
"Alsjeblieft Matt, loop nou niet weg."
Hij draait zich naar me om en kijkt diep in mijn ogen.
Mijn ogen gaan naar mijn hand die om zijn onderarm is gesloten en dan weer terug naar zijn ogen en dan trekt hij zijn arm los.
"Rot op Nick." zegt hij.
"Nee Mathias alsjeblieft."
Ik probeer zijn arm nogmaals te pakken om hem tegen te houden, maar ik struikel en kan nog maar net blijven staan.
"Mathias het spijt me." roep ik hem na.
"Het spijt me zo erg." komt er zachter uit mijn keel.
"Mathias?" maar hij is al weg.
Hij hoort me al niet meer.
Tranen onstaan in mijn ogen.

Ik kan hier niet blijven.
Waarom moet ik altijd alles verpesten.
Ik weet donders goed dat Matt snel gekwetst is en snel boos.
Daar zou ik meer rekening mee moeten houden.
Ik sta net buiten de kleedkamer, en pak mijn telefoon uit mijn zak.
Snel open ik het gesprek met Mathias.

Ik: Als je ooit nog wil praten kan je altijd naar me toe komen.
Ik: Ik wil het goedmaken dus het is aan jou.

Terwijl ik het verstuur loop ik naar de uitgang waar ik tegen iemand opbots.
"Nick, heb je gehuild?"
Ik kijk op en zie dat het Finn is.
Snel kijk ik omlaag zodat hij mijn gezicht niet kan zien.
"Nee, ik moet gaan." zeg ik snel.
"Wat is er aan de hand?"
"Niks ik ga gewoon naar huis."
Hij legt zijn handen op mijn wangen en tilt mijn hoofd op.
Een paar tranen verlaten mijn ogen en rollen naar beneden.
"Nick, wat is er aan de hand." vraagt hij opnieuw.
Ik kan dit nu echt niet.
"Niks, laat me gewoon gaan oké."
Ik sla zijn handen van mijn gezicht en loop snel weg.
Hij hoeft niet te zien dat ik huil.
Ik ben zo'n zwakkeling.

It's just a Game ?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu