抖阴社区

21.

14 1 0
                                        

Ondanks Roelles bezorgde woorden, bevond ik me de week daarop bij de afgesproken plek. Een verlaten huisje waarvan de deur bijna uit zijn post viel toen ik hem openduwde. Er stond een enkel tafeltje met een stoel en een spiegel in de verder compleet lege kamer. En stapel gevouwen kleren rustte op de tafel en een papieren zak met appels was op de zitplaats gelegd. Ik ging het écht doen nu.

Mijn beste vriend probeerde me nog tegen te houden, vertelde me dat het oké was als ik langer zonder gevoelens was, dat mijn leven zoveel meer waard was. Maar hij begreep het niet. Mijn wereld was aan het afbrokkelen en ik kon er niks aan doen, ik kon niet nog twaalf jaar wachten.

Zwijgend verruilde ik mijn kleren, het was een zwarte jurk met een wit schort. Ik had de outfit eerder gezien toen we optraden in het paleis, de bediendes droegen het toen ze aan het werk waren. Dit moest die van Vera zijn, de bediende die ik verving voor een paar dagen. Een bruine pruik met een potlood lag onder de kleren met een briefje.

Succes.

Ik kon al voor me zien hoe de prinses de sierlijke letters schreef met haar ganzenveer. Zuchtend stak ik mijn haren op zodat de pruik makkelijk over mijn hoofd kwam, het was niet de eerste keer dat ik een pruik gebruikte, maar meestal hielp iemand me met het vaststellen. Hopend dat het er een beetje natuurlijk uitzag, schoof ik de pruik rond op mijn hoofd. Met mijn vingers kamde ik door de klitloze haren, deze pruik was verzorgder dan ik.

Voor de spiegel vlocht ik de lange bruine haren tot twee vlechten net zoals het profiel dat ik door had gekregen. Vervolgens tekende ik wat sproetjes op mijn gezicht met het bruine potlood. Aandacht voor details was belangrijk, mensen merkten veranderingen snel op. Dus moest ik de perfecte replica van Vera zijn.

Zodra ik klaar was legde ik mijn kleren op de tafel, uit mijn broekzak grist ik nog het rooster van Vera in het geval ik het vergat. De plattegrond en het profiel had ik thuis gelaten, als iemand die zou vinden dan was ik nog lang niet jarig. Ik knuffelde de zak appels met een arm, het papier kraakte met elke druk die ik erop zette. Mijn andere arm steunde de onderkant.

Het was tijd om mijn taak uit te voeren.

Met loodzware schoenen bracht ik de appels naar de paleisdeur, mijn eerste obstakel. Als de wachters me niet doorlieten dan had ik geen manier van binnenkomen. Mijn armen zeurden dat de appels te zwaar waren. Het moment dat ik voor de deur stond, bekeken de wachters me van top tot teen. Hun speren die geen enkel krasje bevatten, glinsterden in de zon. Met een knik bevestigde de wachter dat ik naar binnen kwam en ik bedankte hem met een knikje.

De appels moesten waarschijnlijk naar de keuken. In mijn hoofd tekende ik de plattegrond weer voor me, stippelde mijn route uit zonder onzeker te lijken. Ik was een bediende, het paleis was mijn tweede thuis en ik hoorde de kamers op de rug van mijn hand te weten. Vanaf de grote hal nam ik de derde gang, die liep ik uit tot een vorksplitsing kwam waarna ik links zou gaan. Dan zou ik gewoon moeten opletten dat ik de keuken niet miste aan mijn linkerhand. Met een bemoedigend knikje naar mezelf liep ik met zelfverzekerde passen er naartoe. Ik moest mijn geheugen vertrouwen.

"Ah Vera, perfect!" De kok griste de zak met appels uit mijn armen die blij waren dat het gewicht weg was. Hij legde de papieren zak neer op de metalen tafel en pakte de bovenste appel om die met één oog te inspecteren. Hij knikte bedenkelijk en ik wachtte op zijn verdere woorden. Hij leek in ieder geval minder gestresst dan toen het gemaskerde bal aan de gang was. "Dit zijn hele mooie appels, goed gedaan." De man gooide het rode fruit in de lucht en ving hem dan weer. "Hier wordt een hele mooie appeltaart van gemaakt."

Fluitend nam de kok de appels mee en ik nam aan dat mijn taak hier gedaan was. Mijn volgende taak zou het schoonmaken van de kamers op de derde etage zijn, ook de kamer van de prins was daar, maar die mochten we niet schoonmaken. Toch was het een goed moment om de indeling van de derde verdieping te zien. Met lange stappen en mijn handen vervlocht tegen mijn schort aan liep ik de brede trappen op. Ze waren gemaakt van glad marmer en versierd met bladgoud om hun rijkdom tentoon te stellen. Onderweg kwam ik wat mannelijke bedienden tegen die ik begroette met een knikje.

Buiten het ScriptWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu