抖阴社区

6

46 2 0
                                        

POV SERENA:

Ik zat op de bank, mijn knieën opgetrokken, een kop thee in mijn trillende handen. Mijn lichaam voelde zwaar, pijnlijk, alsof ik net door een vrachtwagen was overreden. In zekere zin was dat ook zo—alleen had de vrachtwagen een naam. Luuk.

Mijn vingers klemden zich om het warme porselein, terwijl ik probeerde mijn gedachten op iets anders te richten dan wat er net was gebeurd. Liam zat naast me, een arm nonchalant over de rugleuning, maar ik voelde hoe hij me steeds in de gaten hield.

"Serena," begon hij na een paar minuten stilte. Zijn stem was laag, kalm, maar er zat iets doordringends in. "Je kunt hier niet blijven."

Ik verstijfde. Mijn blik schoot naar hem, mijn hartslag versnelde weer. "Wat bedoel je?"

Hij hield zijn blik stevig op mij gericht. "Luuk weet waar je woont. Denk je echt dat hij je nu ineens met rust laat? Hij is misschien bang voor ons, maar ik vertrouw erop dat hij ooit weer opduikt. En dan ben je alleen."

Mijn keel werd droog. Hij had gelijk. Hoe graag ik mezelf ook wilde wijsmaken dat dit het einde was, dat Luuk na vanavond nooit meer zou terugkomen... diep vanbinnen wist ik beter.

Liam ging wat rechter zitten. "Joshua en ik wonen samen. Groot huis, genoeg ruimte. Blijf een tijdje bij ons."

Mijn ogen werden groot. "Wat?"

Hij haalde zijn schouders op. "We laten je niet alleen. Je bent bij ons veilig. Niemand komt zomaar ons huis binnen."

Mijn lippen gingen een paar keer open en dicht. Alles in me wilde protesteren—ik kende deze mannen amper, ik kon toch niet zomaar bij hen intrekken? Maar tegelijkertijd... waar moest ik anders heen?

Liam leek mijn aarzeling te zien. "We dwingen je nergens toe," zei hij. "Als je ergens anders heen wilt, brengen we je daar. Maar eerlijk? Je bent niet veilig in je eentje."

Ik slikte. Ik wist dat hij gelijk had. Luuk zou niet zomaar opgeven, en als hij weer kwam... had ik dan weer zoveel geluk?

Ik ademde diep in en uit en knikte langzaam. "Oké."

Liam glimlachte tevreden. "Mooi. Dan wachten we even tot Joshua terug is, en dan gaan we."

Ik keek omlaag naar mezelf—nog steeds in mijn pyjama. "Ik moet me eerst even omkleden," mompelde ik.

Liam knikte. "Ga je gang. Ik blijf hier."

Ik stond op, mijn lichaam protesteerde bij elke beweging, maar ik dwong mezelf om door te zetten. In de slaapkamer hield ik even stil, mijn ogen vielen op de plek waar Luuk me op bed had gegooid. De lakens waren nog steeds gekreukt, een herinnering aan wat er bijna was gebeurd.

Een rilling liep over mijn rug terwijl ik naar mijn kast liep en snel iets eenvoudigs aantrok—een zwarte legging en een hoodie. Daarna pakte ik een tas en gooide er het belangrijkste in: wat kleding, mijn oplader, een paar schoenen, mijn portemonnee en mijn documenten. Mijn handen trilden nog steeds een beetje, maar ik werkte snel. Ik wilde hier weg.

Toen ik terug de woonkamer in liep met mijn tas over mijn schouder, stond Liam al klaar bij de deur.

"Klaar?" vroeg hij.

Ik knikte. "Ja."

Hij gaf een kort knikje en pakte mijn autosleutels van de tafel. "Ik rijd. Je moet even bijkomen."

Ik wilde protesteren—mijn auto laten besturen door iemand die ik nauwelijks kende voelde raar—maar ik had de energie er niet voor. Dus liep ik zwijgend met hem mee naar buiten. De lucht was kil, de straten stil. Mijn auto stond er nog, alsof er niks was gebeurd.

Liam opende de deur voor me en ik stapte in, terwijl hij zich achter het stuur nestelde. Hij startte de motor en reed soepel weg, zonder een woord te zeggen.

Ik staarde uit het raam terwijl de stad achter ons verdween. Voor het eerst in lange tijd voelde het alsof ik echt ergens naartoe ging. Weg van Luuk. Weg van de pijn.

Misschien... was dit wel een nieuw begin.

The three of us (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu