Abba
De volgende dag word ik wakker met een zwaar gevoel wat op mijn hart drukt. Ik gaap en realiseer me dan dat ik in een onbekend, roze bed lig. Ik draai mijn hoofd van de ene naar de andere kant en besef plots alles weer. Manuel heeft me hier opgesloten.
Snel glip ik uit bed en morrel aan de deurklink. Helaas, die werkt niet mee. Ik laat een zucht en kijk naar de andere kant van de kamer.
Er staat een tafeltje die me nog niet eerder opgevallen was, en er ligt een papiertje op. Nieuwsgierig haast ik me er naar toe en pak het papiertje er van af.
Lieve Abba,
Ik ben even weg om wat zaken te regelen. Blijf jij maar in je bed liggen- daar houd je toch zo van?
X
Ik knarsetand. Hoe weet hij dat ik graag uitslaap? En waarom stuurt hij er nog een kusje achteraan?! Die jongen is werkelijk niet te geloven.
Ik schud mijn hoofd en staar door het raam naar buiten. Het is druilerig en het regent dat het giet. Hoe laat zou het zijn?
De deur gaat open. Even heb ik tijd nodig om te herkennen waar het geluid vandaan komt, dan draai ik me met een ruk om naar de deur. Er stapt een knappe jongen binnen en zijn blik glijdt direct naar mij.
Hij grijnst. "Heei, schoonheid."
Even vraag ik me af wat Manuel daarvan gezegd zou hebben, hij deed al zo idioot over het feit dat ik Armin van Buuren kende.
"Ook goeiemorgen." Ik trek een wenkbrauw op en zet een stap dichterbij hem. "Eén: wat doe ik hier? Twee: wat doe jij hier? Drie: wie ben jij?"
Hij glimlacht, geen grijns, een glimlach, en zegt: "Eén: je bent hier omdat de Al- Manuel dat wil, snap je dat nou nog niet?"
De jongen trekt ook een wenkbrauw op."Beetje idioot, vind je ook niet?" vraag ik aan hem. "Je kan niet zomaar iemand meenemen. Dat is strafbaar, oetlul."
Zijn grijns wordt zo mogelijk nog groter en hij komt op me afgelopen. "Ik mag jou wel, kleintje."
"Gast, ik ben niet klein. Ik ben gewoon een normale éen meter zeventig groot, jij bent gewoon een reus. Hoe lang ben je?"
"Ehm..." De jongen denkt na. "De laatste keer dat ik mat was ik éen meter vierennegentig."
"Wow." Ik kijk hem met grote ogen aan. Hij is echt groot. "Goed, om op de drie vragen terug te komen, wacht, wat was vraag twee?"
"Wie ik ben," vult de jongen behulpzaam aan.
"Ik heet Earl.""Aha. En hoe spreek je dat uit?"
"Urrll," doet de jongen en ik giechel. "Jee, wat een kutnaam."
Earl grinnikt mee. "Ik vermoed ook dat mijn ouders hem vooral gekozen hebben omdat hij zo leuk staat op papier."
"Dat klopt. Hij doet me een beetje aan een parel denken," mijmer ik. "Goed. We hebben vraag twee en drie omgedraaid, but who cares."
"Yes, who cares," doet Earl me kinderachtig na en ik steek mijn tong naar hem uit. "Eikeltje."
Met een flinke klap slaat de deur weer open en we draaien ons allebei verschrikt om. Manuel staat in de deuropening. Zijn gezicht staat kwaad en zijn neusvleugels staan op klapperen.
"Earl, wegwezen hier!" buldert hij en Earl maakt dat hij wegkomt. Ik trek een wenkbrauw op. Hoe bedoel je vaag?
Manuel komt op me afgebeend en trekt me in een knuffel, terwijl ik daar maar een beetje sta.
Als Manuel is uitgeknuffeld, legt hij zijn hand op mijn heup en met de andere strijkt hij over mijn wang. "Heb je een beetje honger?"
Ik lik over mijn lippen en knik. "Zolang er geen vergif in zit."
Zijn bulderende lach laat me knikkende knieën krijgen. Uiteindelijk trekt hij me mee de gang op en lopen we verder, met zijn handen nog steeds op mijn heup en wang.
"Eh, ik wil niet veel zeggen hoor, maar dit loopt vrij irritant," zeg ik voorzichtig. Hij kijkt naar waar zijn handen liggen en begrijpt het. "Juist."
Dan, in éen ruk, tilt hij me op en draagt hij me de trap af. "Hee," protesteer ik, "we lijken wel een pasgetrouwd stel."
Zijn ogen glinsteren. "Met jouw toestemming kunnen we dat morgen al zijn."Ik rol met mijn ogen en hij grinnikt. "Als mijn vriendje me zo zou zien..."
Zijn greep verstrakt en zijn ogen worden zwart. Wat deed ik verkeerd?
Manuel klemt me steviger vast - alsof ik al niet vast zat - en drukt zijn neus in mijn haar.
"Heb jij een vriendje?" gromt hij, zacht en dreigend.
"Het was een grapje," zeg ik een beetje trillerig door het feit dat een onbekende man me fysiek zo intiem aanraakt.
"Dat is je geraden," bromt hij. Dan knapt er iets bij me en ik begin te schreeuwen. "Wie denk je wel niet dat je bent? Zomaar een weerloos meisje gevangen nemen? Je bent een eikelbijtende klootviool!" snauw ik hem woest toe.
Manuel neemt het heel relaxed op en loopt intussen een soort van keuken in. "Rustig aan, schatje. We willen niet dat je je gaat vermoeien, hmm? Je bent net uit bed."
"Had me daar laten liggen," gooi ik eruit. Manuel's ogen worden donkerder en ik weet dat hij bijna weer boos wordt. Blijkbaar weet hij zich te beheersen.
"Ik kies ervoor om dat niet te doen," zegt hij rustig.
Ik mompel wat en probeer van hem af te glijden, maar hij houdt me juist steviger beet. "Even wachten."
Ik klem mijn kaken op elkaar en houd mijn mond maar. Hij zet me neer op een barkruk en zonder om me heen te kijken, begin ik met eten van het bord met boterhammen met ei, dat voor me staat. Het is toch niet vergiftigd, hé?

JE LEEST
Can't Get Out
WerewolfAbba Silvine Schurrer is een mens, en weet dus niets van weerwolven af. Ze komt er op een onaangename wijze achter, doordat de vrij dominante Manuel van Buuren haar als zijn mate bestempelt. Abba heeft er echter geen zin in en dat laat ze ook merken...